Wat gaan we daarvoor doen?
3. Relevante risico's
Ongedekte risico’s zijn alle risico’s waarvoor nog geen (of onvoldoende) maatregelen zijn getroffen om het risico af te dekken en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het gaat hierbij alleen om risico’s met een bruto effect van € 100.000 of meer.
Om de risico’s te kunnen vergelijken met de totale weerstandscapaciteit worden deze beschouwd over een periode van vier jaar. Per risico wordt beoordeeld of dit eenmalig is of terugkerend. Indien een risico eenmalig is, wordt het effect van het risico en de kans dat het risico optreedt in de komende vier jaar, geschat. Indien een risico terugkerend is, wordt het effect van het risico en de frequentie van het optreden van het risico geschat. Hierdoor wordt bij een terugkerend risico de mogelijkheid dat een risico in een periode van vier jaar meerdere keren optreedt, meegenomen.
Voor het berekenen van het bedrag wordt gebruik gemaakt van een simulatiemethode (Monte Carlo). In deze simulatie wordt het zich wel of niet voordoen van alle risico’s van de provincie met een computerprogramma 10.000 keer gesimuleerd. Een risico kan zich in de ene situatie wel voordoen en in de andere niet. Het bedrag van de ongedekte risico’s die zich voordoen, verschilt dan ook van simulatie tot simulatie.
Het resultaat van de simulaties geeft inzicht in het hele gebied van mogelijke uitkomsten met een kansverdeling. De hoogte van de ongedekte risico’s, die bij het bepalen van het weerstandsvermogen wordt meegenomen, is het bedrag waarmee met 99% kans de som van de risico’s maximaal is (er is dus 1% kans dat het totaalbedrag van de ongedekte risico’s de komende vier jaar groter is dan het berekende bedrag).Deze simulatiemethode geeft een beter beeld van hoe groot het totaalbedrag aan opgetreden risico’s kan zijn dan de methode die tot nu toe werd gebruikt. Bij simulaties wordt rekening gehouden met het feit, dat meestal in een bepaald jaar niet alle risico’s tegelijkertijd zich voordoen. Het is daarom methodisch beter om te simuleren dan om de risico’s bij elkaar op te tellen.
Voor de begroting 2019 hebben wij ons gericht op het uitvoeren van het bestaande integraal risicomanagementbeleid volgens de geldende wetgeving en actuele kaders. Dit houdt het volgende in:
- monitoren van wijzigingen bij de risico’s inventarisatie voor de begroting 2019 ten opzichte van de jaarrekening 2017;
- inventariseren van risico’s kleiner dan € 2 miljoen en deze betrekken bij het bepalen van het weerstandsvermogen;
- inventariseren van risico’s groter dan € 2 miljoen die een weerslag zouden kunnen hebben op het weerstandsvermogen van provincie Noord–Holland;
- toelichten van risico’s met een omvang groter dan € 2 miljoen;
- berekenen van het netto risicobedrag met behulp van de simulatiemethode;
- bepalen wat het incidentele en het totale weerstandsvermogen is.
Mutaties van risico's in de Jaarstukken 2017 ten opzichte van de Begroting 2019
Mutaties risico's (bruto) | Risico's | Risico nummer | Risico | Mutatie Begroting 2019 tov Rekening 2017 | Afname/ Toename |
Gewijzigd (was € 3,67 miljoen bij Jaarrekening 2017) | Beleid | E01 | Strategische aankopen, materiele vaste activa | 990.000- | afname |
Gewijzigd (was € 3,07 miljoen bij Jaarrekening 2017) | CZ | F50 | Dividenduitkering | 1.303.000- | afname |
Totaal mutaties door gewijzigde risico's | 2.293.000- | afname | |||
Nieuw bij Begroting 2019 | Beleid | D02a | Distriport (Jaagweg) regionaal bedrijventerrein | 4.900.000 | toename |
Totaal mutaties door nieuwe risico's | 4.900.000 | toename | |||
Vervallen | CZ | D74 | Subsidie Stivas | 121.000- | afname |
Vervallen | SHV | A32 | Beoordeling gemeentelijke plannen | 1.500.000- | afname |
Totaal mutatie door vervallen risico's | 1.621.000- | afname | |||
Totaal mutaties | (een "-" voor het bedrag is positief = minder risico's) | 986.000 | toename |
Afname ad € 2.293.000 door gewijzigde risico’s
Ten opzichte van de laatste inventarisatie voor de jaarrekening 2017 is het bruto risicobedrag bij de begroting 2019 met € 2.293.000 afgenomen door wijzigingen in risico’s. Dit wordt verklaard door twee mutaties. Een toelichting op deze risico’s wordt bij de individuele risico’s verderop in de paragraaf gegeven. Dit geldt voor de risico’s met een omvang van € 2 miljoen of groter. De risico’s kleiner dan € 2 miljoen zijn opgenomen in de tabel op de volgende pagina.
Toename ad € 4.900.000 door één nieuw risico
Bij de begroting 2019 is één nieuw risico geïnventariseerd.
Afname ad € 1.621.000 door vervallen risico’s
Bij de begroting 2019 zijn twee risico’s vervallen.
Risico's <2 miljoen (bruto)
Bij de begroting 2019 hebben wij in totaal € 9.103.000 aan risico’s die individueel bekeken kleiner zijn dan € 2 miljoen. Het totaal aan deze risico’s wordt betrokken bij het bepalen van het weerstandsvermogen. Deze risico’s worden in deze paragraaf niet verder toegelicht.
Ten opzichte van de meest recente risico inventarisatie bij de jaarrekening 2017 (€ 8.954.000), is het totaal aan risico’s kleiner dan € 2.000.000 met € 149.000 toegenomen.
Risico's met een omvang kleiner of gelijk € 2 miljoen (bruto) | Risicobedrag |
A. Juridische risico's | 2.925.000 |
Schadeclaim i.v.m. asbest bij N201 | 500.000 |
Wind op land (voorbereidingskosten) | 1.800.000 |
Samenwerkings- en uitvoeringsovereenkomst Bloemendalerpolder | 125.000 |
Schadeclaim benzinestation | 500.000 |
B. Beleidsrisico | - |
- | |
C. Bedrijfsvoeringsrisico | 2.048.000 |
Kosten opruimen afvalinrichtingen | 1.000.000 |
Wateroverlast bij natuurontwikkelingsproject | 1.048.000 |
D. Financieringsrisico's | 370.000 |
Deelneming NV Recreatie Noord-Holland | 370.000 |
E. Grondexploitatie risico's | - |
- | |
F. Risico's Verbonden Partijen | 3.760.000 |
Borgstelling aan BNG i.v.m. krediet aan de RON | 1.990.000 |
Dividenduitkering | 1.770.000 |
Totaal | 9.103.000 |
Risico - inventarisatie bruto
Bij de inventarisatie van de risico’s voor de begroting 2019 is het totaal bruto risicobedrag € 102.447.095. In vergelijking met de voorgaande inventarisatie voor de jaarrekening 2017, is het totaal bruto risico’s toegenomen met € 986.000.Risico - inventarisatie bruto (weergegeven in een tabel)
Risico - inventarisatie bruto | ||||||
Risico-inventarisatie (bruto) | Begroting | Rekening | Begroting | Mutaties Begroting 2019 | Afname/ | |
2018 | 2017 | 2019 | tov Rekening 2017 | Toename | ||
A. Juridische risico's | 30.234.000 | 36.525.000 | 35.025.000 | 1.500.000- | afname | |
B. Beleidsrisico's | 570.000 | - | - | - | - | |
C. Bedrijfsvoeringrisico's | 2.048.000 | 2.048.000 | 2.048.000 | - | - | |
D. Financieringsrisico's | 81.549.000 | 43.069.000 | 47.848.000 | 4.779.000 | toename | |
E. Grondexploitatierisico's | 9.762.000 | 3.670.000 | 2.680.000 | 990.000- | afname | |
F. Risico's verbonden partijen | 20.136.095 | 16.149.095 | 14.846.095 | 1.303.000- | afname | |
Brutorisicobedrag | 144.299.095 | 101.461.095 | 102.447.095 | 986.000 | toename |
In de paragraaf weerstandsvermogen worden de risico’s met een omvang groter of gelijk aan € 2 miljoen toegelicht. Deze worden gerubriceerd zoals in de tabel hierboven weergegeven.
A. Juridische risico’s
De risico’s die hier worden benoemd zijn juridisch van aard. Het totaalbedrag van deze geïnventariseerde bruto risico’s is € 35.025.000.
Hiervan heeft € 2.925.000 betrekking op risico’s kleiner dan € 2 miljoen die reeds in tabel ‘Risico’s met een omvang kleiner of gelijk € 2 miljoen (bruto)’ zijn gespecificeerd.
A31. Verkeerde Wet milieubeheerprocedure en fouten bij WABO - procedure (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Eénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 3.000.000 | Terugkerend | 1x per 20 jaar | 4. Milieu | Continu |
De provincie heeft de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving op grond van de Wabo en de betrokken wetten gemandateerd aan de omgevingsdiensten. Als mandaatgever is en blijft de provincie verantwoordelijk voor de vermogensrechtelijke gevolgen van de namens de provincie genomen besluiten. Bij vergunningverlening bestaat er een risico dat onterecht (dan wel onvolledig, niet doelmatig of niet tijdig) vergunningen, ontheffingen of vrijstellingen worden verleend, gewijzigd of geweigerd, waardoor financiële gevolgen voor bedrijven of derden kunnen ontstaan. Ook kunnen er financiële gevolgen zijn door het niet correct tot stand komen van een handhavingsbesluit of rechtsongelijkheid bij toezicht. Mogelijk risicogevolg is dat bedrijven schadeclaims kunnen indienen bij de provincie en dat er afbreuk wordt gedaan aan het imago van de provincie. In voorkomende gevallen kunnen schadeclaims oplopen tot een bedrag van circa € 3 miljoen.
Beheersmaatregelen
Met de omgevingsdiensten zijn privaatrechtelijke overeenkomsten gesloten over de eisen waaraan de vergunningverlening, toezicht en handhaving moet voldoen. In het geval van tekortkomingen in de uitvoering van deze overeenkomsten door onzorgvuldig of on(des)kundig handelen van de omgevingsdiensten ligt de aansprakelijkheid bij hen tot het bedrag van de betreffende dienstverlening. Daarnaast hebben PS op 8 juli 2016 een verordening kwaliteit VTH omgevingsrecht vastgesteld met daarin de kwaliteitscriteria waaraan de omgevingsdiensten moeten voldoen. Als opdrachtgever bewaakt de provincie of de omgevingsdiensten daadwerkelijk aan de afspraken en criteria voldoen.
A78b. Wind op land; (plan)schadeclaims vanwege gemiste opbrengsten en winst (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Eénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 8.500.000 | Eénmalig | 20% | 4. Milieu | 31-12-2028 |
Ter uitvoering van het coalitieakkoord is artikel 32 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (hierna PRVS) ingrijpend gewijzigd. Als gevolg van deze wijziging en het daarbij behorende beleid worden de bouwmogelijkheden voor windturbines beperkt.
In de PRVS is een overgangsregeling opgenomen, die recht doet aan: (I) aanvragen voor een omgevingsvergunning, (II) aanvragen tot het wijzigen of vaststellen van een bestemmingsplan volgens de bepaling van toepasselijkheid als bedoel in artikel 2, sub b. PRVS, of (III) aanvragen tot het vaststellen van een inpassingsplan, ingekomen voor 11 april 2011. Daarnaast is in de PRVS een bepaling opgenomen die ziet op projecten gericht op herstructurering. In uitzonderlijke gevallen kan worden afgeweken van artikel 32 van de PRVS.
Er zijn partijen die aangegeven hebben dat zij door deze wijziging schade ondervinden en mogelijk willen verhalen op de provincie.
A84. Vertraging werkzaamheden Wilhelminasluis (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Eénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 8.000.000 | Eénmalig | 25% | 2. Bereikbaarheid | 31-12-2018 |
De werkzaamheden aan de Wilhelminasluis lopen minimaal twee jaar vertraging op. Zowel Heijmans als de provincie worden hierdoor geconfronteerd met extra kosten. De gekozen beheersmaatregel is het hervatten van de ontwerp- en bouwwerkzaamheden door Heijmans en parallel de door partijen betwiste oorzaak voor de gerezen consequenties in tijd en geld voor te leggen aan de Raad van Arbitrage. De verwachting is dat de Raad minimaal een jaar nodig heeft om tot een uitspraak te komen. Vooruitlopend daarop is dit risico opgenomen in het weerstandsvermogen van de provincie met een risicowaarde van € 8 miljoen en een kans van 25%.
A86. HOV Schiphol Oost (gewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Eénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 12.600.000 | Eénmalig | 5% | 2. Bereikbaarheid | 01-06-2019 |
Omdat het aanbiedingsontwerp niet vergunbaar is, is er vertraging opgetreden en claimt de aannemer extra kosten voor het ontwerpen en realiseren van het nieuwe ontwerp. Dit nieuwe ontwerp is vele male duurder omdat het over grote lengte een damwand bevat. De te treffen of reeds getroffen beheersmaatregelen om het risico te beheersen; juridische stappen om onderliggend conflict met de aannemer te slechten , verdelen van de risico’s met de projectpartners.
De actuele stand van zaken: Na de eerste juridische schermutselingen vinden er gesprekken op ambtelijk en bestuurlijk niveau plaatst om het dispuut op te lossen.
B. Beleidsrisico’s
Bij de begroting 2019 zijn geen beleidsrisico’s geïnventariseerd met een omvang groter dan € 2 miljoen.
C. Bedrijfsvoeringsrisico's
Bij de begroting 2019 zijn geen beleidsrisico’s geïnventariseerd met een omvang groter dan € 2 miljoen.
D. Financieringsrisico's
De risico’s die tot deze categorie behoren, zijn risico’s die gepaard gaan met de financiering van provinciaal beleid. Het totaalbedrag aan deze geïnventariseerde bruto risico’s bedraagt € 47.848.000. Hiervan heeft € 370.000 betrekking op risico’s kleiner dan € 2 miljoen. Deze zullen hier niet nader worden toegelicht.
D53a. Boekwaarde deelnemingen: Afvalzorg (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Eénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 12.600.000 | Eénmalig | 10% | 4. Milieu | continu |
De provincie beschikt over aandelen in Afvalzorg Holding (90%; de overige 10% zijn in handen van de provincie Flevoland). Indien de werkelijke waarde van een deelneming lager wordt dan die van de aandelen moet dit op de balans van de provincie worden gecorrigeerd. Dat geldt als een verlies voor de provincie Noord-Holland. Omdat Afvalzorg een zakelijke onderneming is, is dit risico altijd aanwezig. De boekwaarde van de aandelen bedraagt € 12.600.000 per 31-12-2017. Beheersmaatregelen: de provincie neemt deel aan alle Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders van Afvalzorg en onderhoudt ook inhoudelijke contacten. Zodoende houdt de provincie zicht op de stand van zaken van de deelneming op onder meer financieel gebied. De belangen van de provincie worden nauwlettend bewaakt.
D53b. Boekwaarde deelnemingen: SADC (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Eénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 24.878.000 | Eénmalig | 5% | 5. Ruimte | continu |
De provincie beschikt over aandelen in Schiphol Area Development Company (25%; de overige aandelen zijn in handen van Schiphol en de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer). Indien de werkelijke waarde van een deelneming lager wordt dan die van de aandelen moet dit op de balans van de provincie worden gecorrigeerd. Dat geldt als een verlies voor de provincie Noord-Holland. Omdat SADC een zakelijke onderneming is, is dit risico altijd aanwezig. Beheersmaatregelen: de provincie neemt deel aan alle Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders van SADC en onderhoudt ook inhoudelijke contacten. Zodoende houdt de provincie zicht op de stand van zaken van de deelneming op onder meer financieel gebied. De belangen van de provincie worden nauwlettend bewaakt.
D78. Lening Nationaal Restauratie Fonds (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Eénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 5.100.000 | Terugkerend | 10% | 7. Cultuur en Welzijn | 01-01-2061 |
Het risico is dat de lening van (nu) € 5,1 miljoen (later € 9,1 miljoen) niet (volledig) wordt terugbetaald aan de provincie. De provincie heeft geld uitgeleend aan het Nationaal Restauratie Fonds (hierna NRF) dat het op haar beurt doorleent aan eigenaren van monumenten voor het herbestemmen/restaureren/verduurzamen van monumenten. Het NRF toetst of de ontvangers van leningen kredietwaardig zijn. Ook bekijkt het NRF in hoeverre voldoende zeker heid kan worden verkregen uit het te financieren onderpand. Verder worden incassokosten op de eigenaar verhaald. Doordat er rente-toevoeging aan het fonds plaatsvindt, kunnen de kosten van niet terugbetaalde leningen (als dat niet volledig wordt gecompenseerd door de verkoop van het onderpand) ook met de ontvangen rente worden gecompenseerd. Als er betalingsproblemen zijn dan overleggen het NRF en de provincie daarover. Momenteel is het risico maximaal € 5,1 miljoen, later zal dit toenemen tot maximaal € 9,1 miljoen.
Op dit moment is de provincie net gestart met het verbreden van het fonds, en is er nog betrekkelijk weinig geld door het NRF geleend aan eigenaren van monumenten. Ook zijn er momenteel geen betalingsproblemen met betrekking tot de verstrekte leningen.
D02a. Distriport (Jaagweg) regionaal bedrijventerrein (nieuw t.o.v. de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Eénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 4.900.000 | Eénmalig | 40% | 5. Ruimte | 31-12-2018 |
De provincie heeft “tijdelijk” de gronden in Distriport van de ontwikkelaars overgenomen en heeft de gronden fiscaal bouwrijp gemaakt. Dit ten behoeve van het behalen van een fiscaal voordeel dat de exploitatie ten goede zou komen. In de overeenkomst tussen provincie en ontwikkelaars is opgenomen dat de gronden na het fiscaal bouwrijp maken weer worden teruggekocht door de ontwikkelaars ten behoeve van de ontwikkeling.
Het bestemmingsplan is door de gemeente Koggenland vastgesteld en na het besluit van de Raad van State in 2012 onherroepelijk geworden. Ontwikkeling van Distriport als regionaal bedrijventerrein is planologisch mogelijk. Er is in de regio echter sprake van een groot overaanbod aan bedrijventerreinen.
Op basis van het taxatierapport van 12 feb 2016 is bij de jaarrekening de boekwaarde afgewaardeerd tot de residuele waarde. Deze afwaardering bedroeg € 12,7 mln. De boekwaarde op basis van de residuele waarde bedraagt € 13,1 mln. De agrarische waarde is getaxeerd op € 7,3 mln.
Tot op heden zijn de gronden in Distriport nog steeds in het bezit van de provincie Noord-Holland en zijn de provincie en Distriport (met name de ontwikkelaars Zeeman en Ooms = De Peyler) verwikkeld in een rechtszaak naar aanleiding van het niet willen terugkopen van de gronden door de ontwikkelaars.
De provincie is op 27 januari 2015 in hoger beroep in het gelijk gesteld. Distriport c.s. zijn in april 2015 in cassatie gegaan. Op 4 nov 2016 heeft de Hoge Raad de provincie in het gelijk gesteld maar het punt van de aansprakelijkheid terug verwezen naar het gerechtshof Den Haag.
Op 20 dec 2016 hebben GS besloten het voornemen te hebben Distriport geheel te benoemen als niet te ontwikkelen bedrijventerrein. Daarnaast hebben GS besloten te onderzoeken of een ontwikkeling van Distriport tot een grootschalig zonnepark wenselijk en realiseerbaar is. Op 14 november 2017 hebben GS besloten het voornemen te hebben Distriport tot maximaal 66 hectare te doen ontwikkelen als zonnepark, alle provinciale gronden in het plangebied voor minimaal een termijn van 26 jaar in erfpacht uit te geven en na realisatie van het zonnepark de bestemming van Distriport te (doen) wijzigen in een agrarische bestemming.
E. Grondexploitatierisico's
De risico’s die tot deze categorie behoren, hebben een relatie met het grondbeleid dat is verwoord in de paragraaf Grondbeleid. Het totaalbedrag aan deze geïnventariseerde bruto risico’s bedraagt € 2.680.000.
E01. Strategische aankopen, materiële vaste activa (gewijzigd ten opzichte van de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Eénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 2.680.000 | Eénmalig | 10% | 5. Ruimte | 01-01-2025 |
Voor de uitvoering van het provinciaal grondbeleid zijn onder meer de kredieten voor anticiperende grondaankopen beschikbaar. Vooruitlopend op concrete gebiedsontwikkelingsprojecten worden ten laste hiervan grondaankopen gedaan. Hierin ligt een zeker risico besloten dat de economische waarde van deze grond op enig moment (in negatieve zin) afwijkt van de boekwaarde. Om dit risico af te dekken is hiervoor een bedrag in het weerstandsvermogen opgenomen. Dit bedrag is gerelateerd aan de boekwaarde van de strategische aankopen en materiele vaste activa is per 31-12- 2017 € 26.797.845,73.
F. Risico’s Verbonden Partijen
De provincie voert in bepaalde gevallen beleidsdoelstellingen uit met behulp van samenwerkingsverbanden. Wanneer er sprake is van een financieel én een bestuurlijk belang voor de provincie of wanneer het samenwerkingsverband wordt verzelfstandigd in een publiek of privaatrechtelijk rechtspersoon, wordt dit samenwerkingsverband betiteld als verbonden partij. In deze rubriek worden die risico’s met betrekking tot de verbonden partijen benoemd waarvoor de provincie aansprakelijk is.
Het totaalbedrag van deze geïnventariseerde bruto risico’s bedraagt € 14.846.095. Hiervan heeft € 3.760.000 betrekking op één risico kleiner dan € 2 miljoen die reeds in tabel 'Risico's met een omvang kleiner of gelijk € 2 miljoen (bruto)' zijn gespecificeerd.
F01. Reservering investeringsfonds RON (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Eénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 11.086.095 | Eénmalig | 30% | 5. Ruimte | 31-12-2031 |
Het betreft het risico samenhangende met de door de provincie verstrekte renteloze lening aan de RON. De lening loopt tot het einde van de looptijd van de RON, of zoveel eerder als de RON kan aflossen. Het risico is dat de lening niet afgelost kan worden bij einde looptijd RON.
Tegenover het afgeven van deze lening heeft de provincie het recht van 2e hypotheek verkregen op de betrokken gronden. Het is een incidenteel risico, waarvan de kans op optreden wordt geschat op 30%.
De risico’s worden beheerst door strikte sturing van de aandeelhouders op de ontwikkelingen binnen de RON en haar dochters, waaronder begrepen het jaarlijks bijstellen van de exploitatie.
- Begin 2016 hebben PS en de raden van de gemeenten Amsterdam en Zaanstad ingestemd met een pakket van maatregelen om een doorstart van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied mogelijk te maken. Het businessplan van de RON geeft aan dat einde 2035 de terreinen van RON zijn uitgegeven en de leningen zijn terugbetaald. In het geval dat de uitgifte van bedrijventerreinen niet volgens het businessplan kan plaatsvinden moet in het slechtste geval de lening van de provincie volledig worden afgeschreven.
- Het risico betreft nu nog de omvang van de uitstaande lening ad €11.086.095.
F02. Borgstelling aan BNG i.v.m. krediet aan de RON (ongewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Éénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 1.990.000 | Éénmalig | 30% | 5 Ruimte | 31-12-2030 |
Het betreft het risico samenhangende met de door de provincie afgegeven borgtocht aan de BNG in verband met de door de bank verstrekte financiering van de RON en haar dochtervennootschappen. De financiering loopt van begin 2016 tot en met 2030.
De afgegeven borgtocht aan de BNG is opgenomen in de jaarrekening. In maart 2018 is de borgtocht verlaagd van € 70 miljoen naar € 52 miljoen in totaal. Het provinciale deel van de borgtocht is hiermee verlaagd naar € 26 miljoen. Er is een contragarantie van Havenbedrijf Amsterdam voor 1/3 deel van dit bedrag. Tegenover het afgeven van de borgstellingen aan de BNG, hebben de aandeelhouders het eerste recht van hypotheek op de gronden Hoogtij verkregen. Deze gronden zijn medio 2015 getaxeerd op een waarde van € 62,5 miljoen. Inmiddels zijn er ruim 20 ha aan gronden verkocht. Hierdoor resteert er nog 41 ha van de gronden op Hoogtij. Op basis van voornoemde taxatie zou de grond die resteert € 46,02 miljoen waard zijn. Op basis van de kredietfaciliteit van € 52 miljoen en de waarde van de resterende grond wordt het potentiële risico als volgt berekend: € 52 miljoen - € 46,02 miljoen = € 5,98 miljoen. Het provinciale aandeel in dit risico is 1/3 deel, te weten € 1,99 miljoen. Het is een incidenteel risico, waarvan de kans op optreden wordt geschat op 30%. De risico’s worden beheerst door strikte sturing van de aandeelhouders op de ontwikkelingen binnen de RON en haar dochters, waaronder begrepen het jaarlijks bijstellen van de exploitatie.
F50. Dividenduitkeringen (gewijzigd t.o.v. de inventarisatie bij de jaarrekening 2017)
Risicobedrag | Éénmalig of terugkerend risico | Kans van optreden | Programma | Einddatum |
€ 1.770.000 | Terugkerend | 1x per 5 jaar | 4 Milieu | 31-12-2018 |
In de Kaderbrief 2019 zijn de totale dividendinkomsten geraamd op € 7.080.000, toegerekend aan een zevental deelnemingen. Deze mogelijke inkomsten zijn een risicopost, doordat pas na afloop van een boekjaar bij een deelneming blijkt of het verwachte positieve resultaat is behaald.
Omdat de dividendinkomsten deel uitmaken van de structurele dekkingsmiddelen, reserveren we volgens besluitvorming van Provinciale Staten 25% van de geraamde inkomsten als onderdeel van de Algemene Reserve. Voor hetzelfde bedrag wordt een netto-risico in de risicodatabase opgenomen. Daarmee wordt het risico afgedekt dat 25% van de geraamde dividenden niet tot uitkering komt.
Het risico is structureel, doordat het zich elk kalenderjaar opnieuw kan voordoen.
De kans dat dit risico zich voordoet is laag.
De impact van het risico wordt beperkt door de dividendinkomsten voorzichtig te ramen. Daarnaast vinden jaarlijks diverse overleggen met de deelnemingen plaats waarin mogelijke risico’s binnen de bedrijfsvoering worden besproken en eventueel maatregelen kunnen worden genomen. Tenslotte kan in bepaalde gevallen worden gekozen voor een dividenduitkering uit in het verleden behaalde winsten.