Wat gaat het kosten?
Tot nu toe was het gebruikelijk dat in de paragraaf bedrijfsvoering over de apparaatskosten werd gerapporteerd. Daarbij ging het om het personeel in dienst van de provincie dat ingezet werd om de provinciale doelen te realiseren; zowel de personele kosten als de materiële kosten van bedrijfsvoering (huisvesting, ICT et cetera). Bij de wijzigingen van het BBV per 1-1-2017 hebben wijzigingen in de systematiek plaatsgevonden, waardoor het begrip apparaatskosten in veel provinciale begrotingen niet meer is terug te vinden. Om de vergelijkbaarheid tussen provincies te bevorderen, is in het BBV voorgeschreven dat onderscheid wordt gemaakt in kosten voor taakvelden/begrotingsprogramma's en overhead (ondersteunende functies en materiele kosten zoals huisvesting en ICT). Om de doelen te bereiken wordt naast personeel dat in dienst is van de provincie Noord-Holland ook gebruik gemaakt van externe krachten. In het kader van de innovatieve capaciteitssturing wordt de grens tussen eigen personeel en externen steeds meer vloeiend en flexibel aangepast op de opgave waar wij voor staan. In het licht van zowel de wettelijke ontwikkelingen als onze eigen ambities verwachten wij dat wij u beter informeren door vanaf deze begroting te rapporteren over de totale inzet van capaciteit in plaats van te focussen op de inzet van het eigen personeel. Daarom wordt in de paragraaf bedrijfsvoering vanaf 2019 gerapporteerd over de kosten van die totaal benodigde capaciteit. Het gaat hierbij om de personele en materiële kosten (huisvesting, ICT et cetera) van eigen en inhuur-personeel.
De onderstaande kosten vertegenwoordigen de totale kosten van de bedrijfsvoering. Onderdeel van de materiële kosten zijn de kapitaallasten van de nieuwe kantoorpanden aan het Houtplein en de Dreef over een periode van 25 jaar, waarvan een deel direct ten laste komt van de reserve huisvesting.
Kosten benodigde capaciteit | Budget 2019 | |
- Loon | € 117.441.000 | |
- Overig | € 32.415.000 | |
Totaal | € 149.856.000 |
Deze capaciteit wordt ingezet voor de realisatie van investeringen als ook voor opgaven, projecten en reguliere taken.
Onderstaand overzicht toont de toedeling van de capaciteit in fte’s en euro’s naar de verschillende begrotingsprogramma’s.
Begrotingsprogramma | Toebedeelde capaciteit in fte’s | Toebedeelde kosten in euro’s |
Programma 1 | 111 | € 11.049.000 |
Programma 2 | 282 | € 29.579.000 |
Programma 3 | 27 | € 2.598.000 |
Programma 4 | 37 | € 3.734.000 |
Programma 5 | 115 | € 11.493.000 |
Programma 6 | 69 | € 7.370.000 |
Programma 7 | 22 | € 2.206.000 |
Programma 8 (waaronder personele overhead en materiële kosten zoals huisvesting en ICT) | 455 | € 66.829.000 |
TOTAAL Programma’s | 1.118 | € 134.858.000 |
Ten laste van investeringskredieten | 118 | € 14.998.000 |
TOTAAL GENERAAL | 1.236 | € 149.856.000 |