Met het oog op een betere raming en beheersing van het EMU-saldo wordt in het nieuwe BBV een geprognosticeerde begin- en eindbalans voorgeschreven. Dit betekent dat vanaf de begroting 2017 een geprognosticeerde begin- en eindbalans wordt opgenomen op basis waarvan de berekening van het EMU-saldo voor de jaren t/m 2022 afgeleid kan worden. Met het opnemen van de geprognosticeerde balans krijgen de Staten meer inzicht in de ontwikkeling van onder meer investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en in de financieringsbehoefte. In de tabellen hieronder zijn zowel het EMU-saldo als de geprognotiseerde balans voor de jaren 2018 t/m 2022 opgenomen:
Berekening EMU-saldo provincie Noord-Holland | ||||||
Onderdeel | Omschrijving | 2018 *) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
1 | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (BBV art.17c) | -144.293.000 | -62.865.000 | -7.956.000 | 7.337.000 | 27.627.000 |
2 | Afschrijvingen ten laste van de exploitatie | 20.813.000 | 26.999.000 | 34.253.000 | 40.088.000 | 42.665.000 |
3 | Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie | 13.000.620 | 3.811.000 | 3.604.000 | 783.000 | 783.000 |
-4 | Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd | -221.983.000 | -224.817.000 | -157.912.000 | -79.680.000 | -101.358.000 |
5 | De in mindering op de hierboven genoemde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het rijk, de provincies, de Europese Unie en overigen | 23.179.000 | -68.027.000 | 52.223.000 | 21.926.000 | 40.346.000 |
+6 | Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiele vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op de exploitatie verantwoord. | - | - | - | - | - |
-7 | Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) | - | - | - | - | - |
+8 | Baten bouwgrondexploitatie: Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord | - | - | - | - | - |
-9 | Betalingen ten laste van de voorzieningen | -552.000 | -552.000 | -3.247.000 | -543.000 | -510.000 |
-10 | Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen e.d.) en die nog vallen onder één van de andere genoemde posten | - | - | - | - | - |
-11 | Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen | - | - | - | - | - |
EMU Saldo | -309.835.380 | -325.451.000 | -79.035.000 | -10.089.000 | 9.553.000 | |
*) 2018 t/m de Zomernota |
Begin | Eind | Begin | Eind | Begin | Eind | Begin 2021 | Eind 2021 | Begin 2022 | Eind 2022 | |
Activa | ||||||||||
Immateriële activa | - | - | - | - | - | - | - | - | ||
- | ||||||||||
Materiële activa (investeringen) | - | |||||||||
Economisch nut | 151.697.912 | 139.896.249 | 139.896.249 | 122.350.535 | 122.350.535 | 105.938.556 | 105.938.556 | 103.329.556 | 103.329.556 | 99.490.749 |
Openbare ruimte met maatschappelijk nut | 364.881.563 | 544.753.564 | 544.753.564 | 692.090.564 | 692.090.564 | 779.938.564 | 779.938.564 | 800.213.564 | 800.213.564 | 822.399.564 |
Financiële vaste activa | ||||||||||
Deelnemingen | 117.588.588 | 141.403.483 | 141.403.483 | 141.403.483 | 141.403.483 | 141.403.483 | 141.403.483 | 141.403.483 | 141.403.483 | 141.403.483 |
Bijdrage aan activa in eigendom van derden | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Verstrekte langlopende leningen | 58.924.862 | 58.924.862 | 58.924.862 | 57.774.862 | 57.774.862 | 57.534.862 | 57.534.862 | 56.899.862 | 56.899.862 | 56.689.862 |
Uitzettingen met een looptijd koter dan een jaar | 642.396.765 | 466.883.872 | 466.883.872 | 290.105.872 | 290.105.872 | 191.087.872 | 191.087.872 | 92.069.872 | 92.069.872 | -6.948.128 |
Liquide middelen | 1.170.479 | 1.171.479 | 1.171.479 | 1.172.479 | 1.172.479 | 1.173.479 | 1.173.479 | 1.174.479 | 1.174.479 | 1.175.479 |
Overlopende activa | 4.984.264 | 5.121.264 | 5.121.264 | 5.258.264 | 5.258.264 | 5.395.264 | 5.395.264 | 5.532.264 | 5.532.264 | 5.669.264 |
Activa | 1.341.644.433 | 1.358.154.773 | 1.358.154.773 | 1.310.156.059 | 1.310.156.059 | 1.282.472.080 | 1.282.472.080 | 1.200.623.080 | 1.200.623.080 | 1.119.880.273 |
Passiva | ||||||||||
Algemene reserves | 133.696.224 | 119.397.224 | 119.397.224 | 73.854.224 | 73.854.224 | 73.854.224 | 73.854.224 | 73.854.224 | 73.854.224 | 73.854.224 |
Resultaat | 40.338.893 | 24.767.000 | ||||||||
Bestemmingsreserves | 896.735.545 | 809.378.545 | 809.378.545 | 805.284.545 | 805.284.545 | 807.444.545 | 807.444.545 | 819.942.545 | 819.942.545 | 822.802.545 |
Voorzieningen | 23.472.047 | 35.920.047 | 35.920.047 | 39.179.047 | 39.179.047 | 39.536.047 | 39.536.047 | 39.777.099 | 39.777.099 | 40.050.099 |
Netto-vlottende schulden | 67.389.670 | 67.389.670 | 67.389.670 | 67.389.670 | 67.389.670 | 67.577.669 | 67.577.669 | 67.577.669 | 67.577.669 | 67.577.669 |
Overlopende passiva | 180.012.054 | 326.069.287 | 326.069.287 | 324.448.573 | 324.448.573 | 294.059.595 | 294.059.595 | 199.471.543 | 199.471.543 | 90.828.736 |
Passiva | 1.341.644.433 | 1.358.154.773 | 1.358.154.773 | 1.310.156.059 | 1.310.156.059 | 1.282.472.080 | 1.282.472.080 | 1.200.623.080 | 1.200.623.080 | 1.119.880.273 |
Individuele EMU-referentiewaarden provincies 2019-2022
In het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen van 23 mei 2018 jl. is gesproken over de EMU-norm voor de decentrale overheden. Na een constructieve dialoog hebben het Rijk en decentrale overheden elkaar gevonden in een macro EMU-norm van -0,4 procent van het bbp per jaar voor de periode van 2019 tot 2022. Hiermee is een balans gezocht om invulling te geven aan de investeringsopgave in tal van maatschappelijke thema’s en tegelijkertijd de gedeelde verantwoordelijkheid voor gezonde overheidsfinanciën. Jaarlijks zal tijdens bestuurlijk overleg worden stil gestaan bij de belangrijke ontwikkelingen in de financiële positie van het Rijk en decentrale overheden. Hiermee wordt invulling gegeven aan de Wet houdbare overheidsfinanciën en de uitgangspunten van het Regeerakkoord en het Interbestuurlijk programma.
Afgesproken is dat de medeoverheden onderling komen tot een onderverdeling van de macro EMU-norm. Het Rijk neemt dit voorstel over en biedt, via een voorhangprocedure, een ministeriële regeling aan bij de Staten-Generaal. Na instemming van het parlement wordt de EMU-norm gepubliceerd in de Staatscourant. In de komende septembercirculaire wordt meer detailinformatie opgenomen, onder meer over trajecten om tot vergroting van inzicht in de ontwikkeling van het EMU-saldo te komen en over de individuele referentiewaardes (op basis van de macronorm en onderverdeling).