Programmabegroting 2019

Groen

NNN en agrarische natuur beheren

Toelichting

De provincies zijn verantwoordelijk voor de sturing op, en medefinanciering van, adequaat natuur- en landschapsbeheer. De provinciale doelen voor het natuur- en landschapsbeheer worden vastgelegd in het Natuurbeheerplan, dat deel uitmaakt van het Programma Natuurontwikkeling. Daarnaast stellen wij via het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) subsidie beschikbaar voor het beheer. Het gaat dan om natuur- en landschapsbeheer door terreinbeherende organisaties en particuliere grondeigenaren, agrarisch natuurbeheer door agrarische ondernemers – door tussenkomst van de vier Noord-Hollandse collectieven. In de begroting is rekening gehouden met een gemiddelde groei van het Natuurnetwerk Nederland van 250 hectare per jaar.
Met ingang van 2018 is subsidie beschikbaar voor het beheer van een aantal landschapselementen (lanen, poelen, kleine historische wateren, hoogstamfruitboomgaarden en fortterreinen). Daarnaast kennen wij een subsidieregeling voor het tegengaan van versnipperde natuurgebieden, omdat versnipperd gelegen natuurgebieden doorgaans hogere beheerkosten met zich meebrengen. Ten slotte wordt sinds 2018 extra geïnvesteerd in het toezicht en handhaving in natuurgebieden, waarbij wij de samenhang zoeken met intensivering van het toezicht en handhaving in stiltegebieden. Natuur- en stiltegebieden overlappen immers vaak, en de toezichthoudende partijen zijn vaak dezelfde: terreinbeherende organisaties, politie en RUD Noord-Holland Noord.
In het Natuurbeheerplan is opgenomen dat wij vanaf 2021 niet langer agrarisch natuurbeheer willen subsidiëren binnen het Natuurnetwerk Nederland. De reden hiervoor is dat het NNN een duurzaam ecologische structuur is, en bij agrarisch natuurbeheer de primaire gebruiksfunctie agrarisch blijft. Als gevolg van motie 126, aangenomen door Provinciale Staten in november 2017, is het jaar 2018 een ‘verkenningsjaar’, waarin wij hierover overleggen met de terreinbeherende organisaties, de agrarische collectieven en LTO-Noord. Wij blijven Provinciale Staten informeren over de resultaten van dit overleg.
In 2019 intensiveren wij de aandacht voor de kwaliteit van het natuurbeheer en de uitwisseling van kennis en ervaringen tussen de beheerders en de provincie, door middel van een reeks ‘goede gesprekken’. Ook zullen wij in de jaren 2018-2020 een telling verrichten in alle gebieden waar weidevogelbeheer plaatsvindt; zowel de natuurreservaten als de agrarische gebieden waar agrarisch natuurbeheer wordt gesubsidieerd. Ook dit monitoringproject beoogt de uitwisseling van kennis en ervaringen tussen beheerders te versterken.
De Stichting Goois Natuurreservaat (GNR) ontvangt van ons een jaarlijkse bijdrage, die 25% van het exploitatietekort van de stichting bedraagt. Daarnaast ontvangt het GNR, zoals alle terreinbeherende organisaties, een SNL-subsidie voor natuur- en landschapsbeheer. Deze exploitatievergoeding, en overigens ook het medebesturen in de stichting, vinden wij niet langer passen bij het principe van gelijkberechtiging van de terreinbeherende organisaties. Immers, wij verstrekken ook geen exploitatievergoeding aan andere terreinbeherende organisaties en besturen ook niet mee in deze organisaties. Wij zijn voornemens uit te treden uit het GNR en wij zijn met de Gooise gemeenten en de gemeente Amsterdam in overleg om deze uittreding vorm te geven.

Operationeel doel

6.2.1 NNN en agrarische natuur beheren

Indicator

Meeteenheid

Nulmeting
2017

Begroot
2018

Begroot 2019

Begroot
2020

Begroot
2021

Begroot
2022

Beheerd areaal natuurbeheer

Hectare

27.700

27.950

28.200

28.450

28.700

28.950

Beheerd areaal agrarisch natuurbeheer

Hectare

15.500

15.500

15.500

15.500

13.500

13.500