Een robuuste en hoogwaardige groenstructuur die bijdraagt aan de biodiversiteit en aan het welzijn van de bewoners en bezoekers van de provincie.
Noord-Holland is een prachtige provincie om te wonen, te werken en vrije tijd door te brengen. Dit komt mede door onze grote diversiteit aan natuur- en cultuurlandschappen: bossen, heidevelden, duinen, veenweiden, open polders, kwelders en de Noordzee, Waddenzee en het IJsselmeer. Deze landschappen zijn van internationale betekenis: in Noord-Holland liggen maar liefst negentien Europees beschermde natuurgebieden en vier werelderfgoederen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zowel bewoners als de overheid zich al ruim een eeuw inspannen om de waarden van deze gebieden veilig te stellen en te vergroten. Dit doen wij om een aantal redenen. Allereerst vanwege de intrinsieke waarde van natuur. Elk levend wezen heeft een unieke waarde die bescherming verdient. Het belang van biologische diversiteit is onder andere vastgelegd in het verdrag van Rio de Janeiro uit 1992, dat door liefst 195 landen is ondertekend. Datzelfde verdrag bekijkt biodiversiteit echter ook vanuit een andere invalshoek: die van haar gebruikswaarde voor de mens. De natuur biedt ons grondstoffen, voedsel en economische productiviteit. Drinkwaterzuivering in de duinen, duurzame bosbouw en het afvangen van CO2 door bladgroen zijn hiervan aansprekende voorbeelden. Ook zorgen natuur en landschap voor een plezierige woon- en werkomgeving, hetgeen bijdraagt aan een gunstig economisch vestigingsklimaat. Ten slotte hebben natuur en landschap belevingswaarde; mensen vinden er ruimte voor rust en ontspanning, zijn gezonder en herstellen sneller na ziekte als ze regelmatig in een groene omgeving vertoeven.
Natuur- en landschapswaarden staan wereldwijd, ook in Noord-Holland, onder druk. Dit komt door een gebrek aan geschikte leefgebieden voor dier- en plantensoorten, versnippering door verstedelijking en infrastructuur en door milieuproblemen zoals onvoldoende waterkwaliteit, verdroging en hoge fosfaat- en stikstofemissies door verkeer, industrie en landbouw. Gelukkig begint het beleid voor herstel van de biodiversiteit, dat enkele decennia geleden is ingezet, zijn vruchten af te werpen. Het Planbureau voor de Leefomgeving rapporteerde in 2016 dat de achteruitgang van de natuurkwaliteit in Nederland is gestopt. In onze provinciale rapportage Biodiversiteit in Noord-Holland was dezelfde trend zichtbaar. We zijn trots dat een aantal kwetsbare soorten in Noord-Holland is teruggekeerd of hun populatie weer groeit, zoals de slechtvalk, lepelaar, ooievaar, raaf, boommarter en eekhoorn. Onze investeringen hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de bescherming en de ontwikkeling van prachtige landschappen, zoals de veenweidengebieden, de Gooise bossen en heiden en een nieuw duinlandschap bij de versterkte Hondsbossche Zeewering. We zien bovendien dat stedelingen onze natuurgebieden en landschappen steeds beter weten te vinden om er hun vrije tijd door te brengen.
Desalniettemin voldoet Nederland nog lang niet aan de Europese eisen voor bescherming van soorten en kwetsbare leefgebieden. De achteruitgang van kwetsbare leefgebieden en soorten baart overal in Europa nog zorgen. Het is nodig deze trend te keren. Om deze reden blijven wij werken aan het beschermen, realiseren en beheren van een robuuste en hoogwaardige groenstructuur. Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) vormt de ruggengraat van deze groenstructuur, waarbinnen ook vrijwel alle Noord-Hollandse Natura 2000-gebieden en recreatiegebieden zijn gelegen. Tegelijkertijd biedt het NNN ruimte voor vrijetijdsbesteding en vergroten we de beleefbaarheid ervan, onder andere door aanleg van recreatieve routes en voorzieningen. We volgen nauwgezet de ontwikkeling van de biodiversiteit, zowel binnen als buiten het NNN.
We beperken onze inspanningen echter niet tot het NNN. Buiten het NNN bestaat het grootste deel van onze provincie uit gebieden met andere functies, zoals landbouw, water, infrastructuur en stedelijk gebied. Ook hier staan natuur- en landschapswaarden echter onder grote druk. Wij bevorderen daarom dat er meer functiecombinaties ontstaan: natuur en water, natuur en landbouw, natuur en infrastructuur, natuur en stedelijk gebied en natuur en economie. Zowel de natuur als deze andere functies kunnen daar baat bij hebben. Te denken valt aan dijkversterking met natuurlijke vooroevers, natuurvriendelijke bermen en oevers van (vaar)wegen, groene dorpen en steden met ruimte voor waterberging, (tijdelijke) natuur op bedrijventerreinen en duurzame, natuurinclusieve landbouw met een gezonde bodembiodiversiteit en natuurlijke plaagbestrijding.
Wettelijk beleidskader
De belangrijkste wettelijke kaders zijn:
- de Wet natuurbescherming. De Wet natuurbescherming geeft ons taken en bevoegdheden ten aanzien van de bescherming van kwetsbare dier- en plantensoorten en hun leefgebieden en ten aanzien van beheer en schadebestrijding. Deze wet bevat ook de decentralisatieafspraken die het Rijk en de provincies hebben gemaakt in het Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur (2011) en het Natuurpact (2013), en bepalingen die voortvloeien uit internationale wet- en regelgeving zoals de verdragen van Bonn en Bern en de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Naar verwachting zal de Wet natuurbescherming over enkele jaren worden geïntegreerd in de (nog in voorbereiding zijnde) Omgevingswet.
- de Wet ruimtelijke ordening en de (nog in voorbereiding zijnde) Omgevingswet. De Wet ruimtelijke ordening, straks de Omgevingswet, geeft ons taken en bevoegdheden ten aanzien van de ruimtelijke ordening, waaronder de planologische bescherming van kwetsbare natuurgebieden en landschappen.
Provinciaal beleidskader
In de Agenda Groen (vastgesteld door Provinciale Staten in maart 2013) en ons coalitieakkoord “Ruimte voor groei” (2015-2019) is het provinciale groenbeleid vastgelegd. De inhoud van dit begrotingsprogramma is gebaseerd op deze documenten. De Omgevingsvisie zal het nieuwe beleidskader worden voor al ons ruimtelijk beleid, waaronder het natuur- en landschapsbeleid. Met de vaststelling van de Omgevingsvisie zal de Agenda Groen worden ingetrokken. De uitvoering van de Omgevingsvisie zal worden geborgd in enkele uitvoeringsprogramma’s. Welke dit exact zullen zijn, wordt in de loop van 2018 bepaald. Te denken valt aan het Programma Natuurontwikkeling (zie de operationele doelen 6.1.1 en 6.2.1), de aanpak Groen Kapitaal en het programma Betrekken bij Groen (zie operationeel doel 6.3.1), het programma Natuurinclusieve Landbouw (zie operationeel doel 5.3.6) en gebiedsgerichte programma’s zoals Groene Uitweg (zie operationeel doel 6.1.2), Oostelijke Vechtplassen (zie operationeel doel 6.1.3) en Bodemdaling veenweidegebieden (zie operationeel doel 6.1.4).