Onze rol
Als provincie vervullen wij een aantal rollen om de bereikbaarheid in onze provincie te verbeteren. In de eerste plaats zijn wij als infrastructuurbeheerder (eigenaarsrol) verantwoordelijk voor een vlotte en veilige doorstroming van al het verkeer op onze eigen infrastructuu. De provincie is eigenaar en wegbeheerder van614 km wegen, 49 km busbanen en 246 km vaarwegen. Langs een groot deel van deze N-wegen liggen fietspaden (384 km) die eigendom van de provincie zijn. Tot slot hebben we 554 kunstwerken, zoals bruggen, sluizen, tunnels en ecoducten.
Wij zijn opdrachtgever voor het openbaar vervoer in de regio’s Noord-Holland Noord, Haarlem-IJmond en Gooi en Vechtstreek als concessieverlener van het openbaar vervoer. Daarnaast werken we met onze partners (andere overheden, bedrijfsleven en inwoners) samen aan het verbeteren van de bereikbaarheid in brede zin. Dat doen we door gezamenlijk te werken aan plannen en/of programma’s. Een voorbeeld van zo’n programma is het Programma Bereikbaarheid van, in en naar de MRA dat we samen met het Rijk en gemeenten aan het opstellen zijn.
In de Omgevingsvisie hebben we ons beleid voor de lange termijn vastgelegd. In de Agenda Mobiliteit hebben we de ontwikkelprincipes uit de Omgevingsvisie uitgewerkt, de opgaven voor de komende vier jaar benoemd en onze inzet in samenhang tussen de modaliteiten en met speerpunten, ambities en doelstellingen. In het nieuwe programma Mobiliteit, waar het huidige PMI en PMO onderdeel van gaan uitmaken, brengen wij de maatregelen en projecten geprioriteerd en in onderlinge samenhang in.
Inhoud | Wetgeving OMV | Besluiten PS | |
Strategisch | Omgevingsvisie | Omgevingsvisie lange termijn 10 jaar | Lange termijn OMV |
Tactisch | Agenda Mobiliteit | Beleidsdeel Programma Mobiliteit elke 4 jaar | |
Operationeel | Perspectieven en programma’s (waaronder PMI, PMO, Fiets, Smart Mobility) | Programma’s korte termijn 4 jaar |
Samenwerkingspartners
Mensen die zich willen verplaatsen, blijven doorgaans niet binnen de grenzen van bestuurlijke eenheden. Bovendien maken ze in een ketenreis vaak gebruik van meer modaliteiten en van meer aanbieders van vervoer. Daarom alleen al is samenwerking in het beleidsveld van de mobiliteit onontbeerlijk. Wij werken intensief samen met andere overheden, als Rijk, gemeenten en waterschappen. Maar ook met organisaties die belangen vertegenwoordigen in de wereld van de mobiliteit (bijvoorbeeld TLN, EVO, ANWB, Rover, Fietsersbond en Schuttevaer). Die samenwerking geldt zeker ook voor de reizigers en inwoners. Wij doen dat steeds meer door de gebruiker in een vroegtijdig stadium bij de planvorming te betrekken. Voorbeelden daarvan zijn de verkeerssituatie in Broek in Waterland en de nieuwe verbindingen A8-A9 en Duin- en Bollenstreek met de Haarlemmermeer.
Een belangrijke samenwerking voor ons is die in MRA-verband. Maar ook de samenwerking met de drie regio’s in het noorden van de provincie is voor ons belangrijk.
Prioriteiten
Opstellen van het nieuwe programma Mobiliteit
Regionaal Openbaar Vervoer Toekomstbeeld 2040.
Omgevingsfactoren
Ruimtelijke en sociaaleconomische ontwikkelingen: de Omgevingswet is een belangrijk kader voor ons beleid. Dat geldt ook voor de Nationale Omgevingsvisie die het Rijk aan het opstellen is. De Omgevingswet heeft nadrukkelijk tot doel om een impuls te geven aan de wijze waarop de overheid in samenwerking met anderen omgaat met maatschappelijke opgaven en deze wenst te realiseren. Daarom ook is het onderwerp governance nadrukkelijk meegenomen in het Verkenningendocument 2050 (2016). Daarin wordt geconstateerd dat er een toename is aan maatschappelijk initiatief, dat het vertrouwen in politiek en overheid afneemt, maar ook dat de interbestuurlijke verhoudingen veranderen als gevolg van gemeentelijke fusies en de opkomst en verdere ontwikkeling van regionale samenwerking. Deze ontwikkelingen hebben invloed op de wijze van besturen. Voor de overheid als zodanig, maar ook voor ons.
Demografische en economische ontwikkelingen: de economie floreert. Dit uit zich in een toename van de kosten veroorzaakt door files en vertragingen in het verkeer. In 2017 vertegenwoordigde het totaal aantal voertuigverliesuren een waarde € 63,1 miljoen. De stijging van de verliestijd ten opzichte van 2016 bedroeg 2,1%. De economische groei betekent ook een grote stimulans voor de werkgelegenheid en de opleving van de bouwactiviteiten. De groei in werkgelegenheid voltrekt zich met name in en direct om Amsterdam. In 2017 zijn er bijna 9.000 banen in Amsterdam bijgekomen (ruim 80% van het totaal in de MRA). De economische groei zet de huizenmarkt onder druk. De vraag naar woningen in de regio Amsterdam neemt sterk toe. Zowel de groei van de werkgelegenheid als van het aantal nieuwe inwoners moet worden gefaciliteerd door het mobiliteitssysteem. De opgave daarin is wel groot.
Beleidsevaluaties
In 2019 zullen wij de Subsidieregeling kleine infrastructuur evalueren.